Burgemeester Adriaan Hoogendoorn: “Met de uitspraak van de Raad van State komt er gelukkig een einde aan een langdurige fase van onzekerheid voor alle betrokkenen en initiatiefnemers over de bouw van het windpark aan de N33 in de provincie Groningen. De gemeente Midden-Groningen heeft gemengde gevoelens bij deze uitspraak. Enerzijds is het goed dat duurzame energie in Nederland een plek krijgt, anderzijds dienen initiatieven niet buiten proportie ten koste te gaan van de individuele belangen van inwoners, de leefbaarheid, de natuur en het landschap. Dat is hier helaas wel het geval en dat is een trieste balans.”
De gemeente Midden-Groningen heeft net als de voormalige gemeente Menterwolde fundamentele kritiek dat het windpark als rijksinpassingsplan tot stand is gekomen. Het maatschappelijk draagvlak is vooral daardoor gering, de mogelijkheden om mee te kunnen praten zijn tot het uiterste minimum beperkt gebleven en de sociale schade in de dorpen is inmiddels groot. Dat heeft geleid tot vele vormen van vooral vreedzaam verzet. Aanhoudende dreigementen aan vele personen, (lokale) bedrijven en overheden hebben er helaas toe geleid dat er een breed en onaanvaardbaar gevoel van onveiligheid is ontstaan. Gemeenten, politie en Openbaar Ministerie werken intensief samen om hier een einde aan te maken en verdachten aan te houden.
Uitvoeringsfase
Na deze uitspraak van de Raad van State breekt de uitvoeringsfase aan van het windpark N33. De gemeente Midden-Groningen blijft in nauw contact met de ontwikkelaars en de uitvoerende bedrijven, mede om ook de belangen van de inwoners en de gemeente te blijven behartigen. De nog te bouwen tijdelijke afritten aan de N33 zijn mede door de inzet van de gemeente in de plannen opgenomen om het aantal transportbewegingen door Meeden en Zuidbroek te beperken. Goede en duurzame communicatie met de lokale gemeenschappen is een blijvende randvoorwaarde.
Achtergrond over de rechtszaak
Uitspraak over het rijksinpassingsplan ‘Windpark N33’ dat de toenmalige minister van Economische Zaken en de toenmalige minister van Infrastructuur en Milieu hebben vastgesteld. Verder gaat de zaak over een aantal daarmee samenhangende besluiten, zoals vergunningen. Al deze besluiten maken een nieuw windpark mogelijk in de provincie Groningen in de omgeving van Veendam en Meeden, bestaand uit in totaal 35 windturbines. Tegen deze besluiten zijn 20 bezwaarmakers in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Verschillende bezwaarmakers zijn omwonenden, maar er zijn ook diverse organisaties in beroep gekomen. Zo hebben Platform Tegenwind N33, de Vereniging Dorpsbelangen Scheemda, de Dorpsraadcoöperatie Meeden en de Stichting Landschap Oldambt beroepschriften ingediend. De bezwaarmakers vinden dat het windpark het landschap aantast en dat het in strijd is met beleid van de gemeente en de provincie. Verder vrezen zij schade aan de natuur en overlast in de omgeving, onder meer door slagschaduw en geluid. Ook zou het onderzoek naar de gevolgen van de windturbines voor het landschap en omwonenden niet afdoende zijn. In verband met het grote aantal bezwaarmakers is deze zaak op maandag 28 en op dinsdag 29 januari 2019 op zitting behandeld.