De GBB heeft kennisgenomen van de uiteindelijke bestuurlijke afspraken. Met de kritiek die de GBB gaandeweg op de conceptteksten heeft uitgeoefend, is niet veel gedaan door EZK, BZK en regiobestuurders. In zijn algemeenheid vindt de GBB dat er te vroeg op veiligheid wordt geanticipeerd en te weinig wordt gedaan om het woningbestand goed achter te laten.
Uitgangspunt van de bestuurlijke afspraken is dat door het dichtdraaien van de gaskraan het op afzienbare termijn veiliger wordt in Groningen. De woningen in het aardbevingsgebied zouden hierdoor minder kwetsbaar worden. De plannen voor het versterken van woningen zijn hierop aangepast en veel woningen hoeven nu niet meer te worden versterkt. Dus hoewel de versterkingsoperatie nog nauwelijks goed op gang is gekomen, wordt er nu al aan de afronding gewerkt. De GBB is van mening dat woningen veel te vroeg veilig worden verklaard. De kans op een zware aardbeving is nog steeds aanwezig, zoals ook in het Bestuursakkoord zelf nog te lezen is (p 6, laatste alinea). In dat licht beschouwd is het akkoord deels een bezuinigingsakkoord. Ook het aanbod aan bewoners af te zien van versterking tegen een vergoeding, levert het Rijk en de NAM veel geld op. Jelle van der Knoop, voorzitter GBB: ‘Van elke woning is nu vastgesteld wat er mee gaat gebeuren: sloop-nieuwbouw, versterking of niets. Deze voor bewoners ingrijpende keuzes zijn grotendeels gebaseerd op willekeur. Wat er met je huis gebeurt, is afhankelijk van of je vroeg of laat in de planning zat en of er wel of niet een versterkingsadvies gemaakt is. Het is ook afhankelijk van of je op de HRA lijst stond van de NAM, waarvan de systematiek inmiddels sterk in twijfel kan worden getrokken. Als er niets met je huis gebeurt, kun je nog een vorm van compensatie krijgen. De hoogte van dit bedrag is weer afhankelijk van de vraag of je op de HRA lijst stond of niet.’
Waar naar de mening van de GBB veel te weinig aandacht aan wordt gegeven, zijn de kwetsbare huizen die tussen wal en schip vallen. Het zijn de huizen die constructief niet al te sterk zijn, die regelmatig te kampen hebben gehad met aardbevingsschade en daar in de toekomst nog vaker last van zullen krijgen. Tegelijkertijd dreigen ze niet in te storten bij een zwaardere beving. De GBB vindt dat je in een planning van de versterkingsoperatie niet alleen moet kijken naar huizen die bij een beving dreigen in te storten maar ook naar huizen die kwetsbaar blijven voor steeds nieuwe bevingen en die daar in het verleden ook veel last van hebben gehad. Per slot van rekening worden er nu duizenden woningen versterkt die volgens de eigen opvattingen van het ministerie van EZK eigenlijk niet meer versterkt hoeven te worden. Dit is een verdere illustratie van de willekeur in de versterkingsoperatie.
De bestuurlijke afspraken sommeren tot een bedrag van rond de 1,5 miljard. De GBB wijst erop dat een groot deel van dit bedrag logischerwijs voortvloeit uit de versterkingsoperatie, zo’n 800 miljoen. De rest is grotendeels bedoeld als compensatie (lees: verkrijging van draagvlak).