Tijdens de commissievergadering op 14 september werden de nieuwe plannen voor het Bedrijf Werk, Re-Integratie en Inkomen (BWRI) gepresenteerd. Het college wil de traditionele sociale werkvoorziening veranderen in een ‘ontwikkelbedrijf’ dat een bredere doelgroep bedient en naast de beschutte werkplekken ook meer de verbinding met de reguliere arbeidsmarkt zoekt. Het college volgt hiermee een landelijke trend.
Het BWRI is de uitvoerder van de Participatiewet (2015) in Midden-Groningen. In deze wet werden de regelingen Wet werk en bijstand (Wwb), de Wajong en Wet sociale werkvoorziening (Wsw) samengebundeld. Met de komst van de Participatiewet is er onder meer een stop gezet op de instroom in de Wsw. Voor nieuwelingen is dus niet direct een goede plek meer beschikbaar. Tegelijkertijd krimpt de organisatie op deze manier. Zodoende is de instantie steeds minder goed in staat om haar maatschappelijke rol als werkbegeleider en vangnet voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt goed uit te voeren. Een groeiende groep mensen zit thuis met een uitkering.
Met extra middelen, de inzet op een bredere doelgroep en een nieuwe beleidsvoering wil het college ervoor zorgen dat het BWRI haar maatschappelijke rol kan blijven uitvoeren. Het plan is om het aantal arbeidscontracten voor beschutte werkplekken uit te breiden van 12fte naar 20fte. Ook het aantal werk- en leertrajecten neemt toe tot ca. 250-300. Wethouder Offereins benadrukt dat het BWRI geen vervanger wordt voor regulier praktijkonderwijs. De organisatie is bedoeld voor doelgroepen die hulp nodig hebben om de eerste stap naar de arbeidsmarkt en/of het (praktijk)onderwijs te zetten.
Structurele financiële tekorten
De sector blijft kampen met structurele financiële tekorten. Begin juli 2023 liet minister Carola Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioen) schriftelijk aan de Tweede Kamer weten dat de regering een extra 64 miljoen euro wil investeren in beschut werk. Dit komt neer op een extra 2.157 euro per beschutte werkplek. Of dit genoeg zal zijn is de vraag. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Participatiewet ligt bij de gemeenten. Voor gemeentebesturen is het dus van groot belang om adequate financiering te realiseren.
Op 28 september beslist de gemeenteraad of het de extra gevraagde gemeentelijke gelden toekent.