Siddeburen – De jaarlijkse dodenherdenking van de Stichting 4 & 5 Mei Siddeburen heeft wederom een drukbezocht programma georganiseerd afgelopen zondagavond. De start van de herdenking was in de Hervormde Kerk. Daar werden de aanwezig welkom geheten door Jan Onne Bosman, voorzitter Stichting 4 & 5 mei Siddeburen. Na Koorzang van Syerdeberth, een herdenkingstoespraak van gastspreker Dhr. Karel Post Uiterweer hebben twee leerlingen van CBS de Zonnewijzer & OBS de Springplank een gedicht voorgedragen.
Na de dienst hebben 16 leerlingen van beide basisscholen uit het dorp de bloemen uit de kerk naar buiten gedragen en vervolgens ging de stille tocht naar het monument aan de Viskenijstraat. Daar volgde de dodenherdenking o.l.v. mevrouw Grietje Steenhuizen-Niestijl, en de 2 minuten stilte om 20.00 uur en de kranslegging, waar de Siddebuurster oorlogsslachtoffers per gedenkplaat, bij name werden genoemd. Gelijktijdig legden de 16 kinderen van beide basisscholen bloemen bij het monument. De Kranslegging gebeurde door mevrouw Klaasje van der Tuin – Kamminga, ze deed dit namens de inwoners van Siddeburen. Raadsleden Liesbeth Lenting en Christian Velthuis legden namens het gemeentebestuur van Midden-Groningen een krans. Namens de beide Siddebuurster kerken legden de heer B. Schooljan en ds. G. op `t Hof bloemen.
De plechtigheid eindigde met het leggen van bloemen voor nabestaanden, kerken, groepen, verenigingen en kregen inwoners uit Siddeburen de gelegenheid om bloemen te leggen.
Gastspreker, Karel Post Uiterweer
Karel Post Uiterweer is geboren in Rotterdam tijdens de hongerwinter in december 1944. Zijn ouders wonen tijdens de oorlog, vóór de geboorte van Karel, in een oud huis aan de Maas. In januari 1944 krijgen vader en moeder de vraag of ze onderduikers willen opnemen. Dat is erg gevaarlijk, vooral ook omdat naast hun huis kantoorpanden staan waar Duitsers werken. Toch twijfelen ze niet en stemmen toe. En zo komt het Joodse echtpaar Vleeschhouwer op zolder wonen. Hun beide kinderen van 7 en 8 jaar oud waren op dat moment al door verraad opgepakt en weggevoerd naar kamp Westerbork. Ook vader moet onderduiken, om te voorkomen dat hij naar Duitsland wordt gestuurd (Arbeitseinsatz): samen met Gretha en Izaak zit hij regelmatig verstopt onder de vloer.
Omdat het wonen aan de Maas wegens gevechtshandelingen gevaarlijk is, en omdat moeder zwanger is van Karel, verhuizen ze naar een ander adres in Rotterdam. Gretha en Izaak verhuizen stiekem mee. Er worden angstige momenten beleefd als er huiszoeking wordt gedaan, wat gelukkig goed afloopt.
Hoewel de hongersnood hevig is in de winter van 1944 en het kerstmaal uit slechts één aardappel bestaat, is de blijdschap groot als Karel wordt geboren, bij kaarslicht in de kerstnacht. Wegens de ondervoeding van moeder is ook baby Karel erg mager en veel te licht van gewicht.
Na de bevrijding blijkt dat de kinderen van Izaak en Gretha zijn vermoord in Auschwitz. En een oom van Karel, die in het verzet zat, blijkt concentratiekamp Ravensbrück te hebben overleefd. In 1948 emigreren Gretha en Izaak naar Israël. Als Karel 18 jaar oud is zoekt hij hen op en woont langere tijd bij hen.