Het college van burgemeester en wethouders heeft 23 juni 2021 besloten om de raad voor te stellen het vertrouwen op te zeggen in wethouder Jaap Borg. In het kader van de voorbereiding van de handhaving van onrechtmatig permanente bewoning van recreatieverblijven is aan het licht gekomen dat wethouder Borg in strijd handelt met de door het college vastgestelde ‘Beleidsregel Handhavend optreden tegen onrechtmatige permanente bewoning van recreatieverblijven’. Wethouder Borg heeft het college niet geïnformeerd over de tweede recreatiewoning die hij bezit en in de permanente verhuur heeft. Het college heeft wethouder Borg verzocht om zijn functie neer te leggen waarop de wethouder heeft aangegeven daartoe niet bereid te zijn en het opzeggen van het vertrouwen over te willen laten aan de raad.
Wethouder Borg heeft tijdens de bespreking in het college aangegeven dat het aan de rechter is om te oordelen of sprake is van onrechtmatige bewoning. Daarbij heeft hij aangegeven deze kwestie te zien als een zakelijk verschil van mening. Een bestuurder kan opkomen voor zijn persoonlijke belangen, maar dit gaat niet zover dat een bestuurder kan handelen in strijd met het beleid van het college waar hij zelf onderdeel van is. Bovendien mag van een bestuurder ook in het geval van een zakelijk geschil volledige transparantie worden verwacht. Door niet te melden in het college dat hij eigenaar is van een tweede recreatiewoning en dat deze permanent wordt bewoond door een huurder, is het college van mening dat wethouder Borg niet integer heeft gehandeld en is de vertrouwensband geschaad.
Vanwege zijn persoonlijk belang in dit dossier heeft wethouder Borg nooit aan de beraadslagingen en besluitvorming van het college deelgenomen. Hij geeft aan zich niet aan het collegebesluit te hebben gecommitteerd, maar het college is van mening dat hij als collegelid per definitie aan het beleid van het gemeentebestuur is gecommitteerd (ook al is hij het er niet mee eens). Door het innemen van dit standpunt kan het college niet langer vertrouwen op een goede samenwerking met wethouder Borg. Dit klemt te meer omdat in voorgaande gesprekken over het niet melden van de schadeclaim van coöperatie de Leine, waar wethouder Borg lid van is, afspraken zijn gemaakt over het tijdig melden van relevantie informatie aan collega’s.
Deze beide punten (permanente verhuur van recreatiewoning en het niet actief delen hiervan) maken dat het college niet langer vertrouwen heeft in de samenwerking met de wethouder. Het vertrouwen in de samenwerking is dusdanig verstoord, dat het college meent aan de raad te moeten voorstellen het vertrouwen in wethouder Borg op te zeggen.