De gemeente sluit het jaar 2024 af met een positief resultaat van 4,7 miljoen euro. Dat is flink hoger dan verwacht. Tijdens de slotbegroting eind 2024 ging het college uit van een negatief resultaat van 600 duizend euro. Een flinke meevaller dus.
Het college voegt 2,1 miljoen euro toe aan de Algemene Reserve (die telt nu ruim 16 miljoen euro), 1,5 miljoen euro aan de Reserve Investeringsfonds Dorpen & Wijken, gebruikt 376 duizend euro voor de afwikkeling van het VTH-systeem bij de Omgevingsdienst Groningen (ODG) en hevelt ca. 3 miljoen euro over naar 2025.
Wethouder Ploeger: ‘Bij de jaarrekening legt het college verantwoording af over het gevoerde beleid met de vraag of het geld op juiste wijze is uitgegeven, binnen de kaders vanuit de raad en wet- en regelgeving. Wij mogen in zijn algemeenheid concluderen dat dit gelukt is’, aldus Ploeger.
De Auditcommissie oordeelt positief over de jaarrekening 2024. Het eigen vermogen van de gemeente nam toe, de solvabiliteit bleef stabiel en ook het weerstandsvermogen groeide. Wel zijn de verwachtingen dat dit de komende jaren minder wordt. De belangrijkste redenen zijn: wijzigingen in het Gemeentefonds, ontwikkelingen in de grondexploitaties, kosten in de jeugdzorg en duurzaamheidstaken.
Belangrijkste meevallers
De belangrijkste meevallers waren als volgt: Tijdens de decembercirculaire ontving de gemeente ruim 1,5 miljoen euro extra vanuit het Rijk, onder andere ter compensatie voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen en niet beoogde jeugdzorgkosten. Enkele taakmutaties leidden tot extra 1,1 miljoen euro aan vrije middelen via de Algemene Uitkering, de lasten voor vielen 885 duizend euro lager uit dan verwacht, evenals de eindafrekening jeugdhulp voor de RIGG die 716 euro lager uitviel. Ook ontving de gemeente nog een compensatie van het Rijk in kader van personele inzet voor Nij Begun voor 800 duizend euro.
Linkse oppositie ziet reserves liever geïnvesteerd
Net als vorig jaar klonk er kritiek uit de linkerhoek. Oppositiepartijen PvdA en SP zijn van mening dat de overheid er niet is om geld op te potten.
“ We zijn er niet om vermogen op te potten, maar om het effectief en verantwoord in te zetten “
Anneke Perdon (PvdA) is kritisch over de stijging van de reserves in de afgelopen jaren. De Algemene Reserve ging van 10 miljoen euro in 2020 naar ruim 16 miljoen euro dit jaar. De bestemmingsreserves idem dito. Die zouden zijn gegroeid van 37 miljoen euro in 2020 naar 58 miljoen euro dit jaar (dit laatste moet nog schriftelijk bevestigd worden door het college). ‘Zijn we bewust geld aan oppotten of reserveren we voor plannen die niet goed van de grond komen?’ Aldus Anneke Perdon.
Perdon ziet liever dat de reserves worden ingezet als motor voor de toekomst, ‘denk aan digitalisering robotisering, zodat we voorbereid zijn op het uitvoeren van werk met minder mensen. Dat is niet alleen slim maar noodzakelijk gezien de arbeidsmarkt en vergrijzing.’ ‘Een andere manier om reserves strategisch in te zetten is via revolverende fondsen: middelen die initiatieven vooruit helpen en zichzelf op termijn terugverdienen. Daarmee maken we van reserves een vliegwiel van duurzame ontwikkeling, sociaal en economisch’, aldus Perdon. Dat gezegd hebbende, ligt het overschot beduidend lager dan vorig jaar. Toen bedroeg het ruim 17 miljoen euro.
Wethouder Ploeger stelt dat het college de overschotten niet had kunnen voorzien: ‘Als we bij de najaarsnota hadden overzien dat er behoorlijk wat geld over was, dan hadden we dat natuurlijk kunnen besteden, maar we gaan uit van de cijfers die we op dat moment hebben’. Duidelijk mag zijn dat Gemeentebelangen ook belang hecht aan een degelijke reserve. Wethouder Ploeger trok eerder meermaals de vergelijking met een huishoudboekje: ‘dat dient op orde zijn en hier hoort een degelijke reserve bij.
Bezuinigingen voorlopig vooruitgeschoven
Het veelbesproken ravijn-jaar in 2026 is onlangs toch vooruitgeschoven omdat het Rijk met extra geld over de brug kwam. Desondanks uitten diverse fracties hun zorgen over deze donkere wolk aan de horizon. Wethouder Ploeger stelt dat het college de zaken vooral nog wil afwachten: ‘Natuurlijk hebben wij de opdracht om voor 2027, 2028 bij u met bezuinigingsvoorstellen te komen en dat gaan we ook doen, maar er komt weer een nieuw kabinet en je weet nooit wat dit zal betekenen voor het gemeentefonds’.
De jaarrekening is altijd aanleiding voor fracties om uitgebreid te reflecteren op het gevoerde beleid. Er werden onder meer zorgen geuit over de ontwikkelingen in de jeugdzorg, het gebiedsgericht werken, net-congestie en te complexe vergunningsprocedures.
De jaarrekening is unaniem aangenomen. Op 10 juli bespreekt de raad de voorjaarsnota 2025 met een blik op het beleid voor de komende jaren.