De Omgevingswet en participatie

Tijdens de raadscommissievergadering deze week klonk er overwegend instemming vanuit de gemeenteraad met het voorstel voor het adviesrecht en de verplichte participatie die belangrijke beleidsinstrumenten voor de gemeenteraad zullen vormen binnen de nieuwe Omgevingswet. De participatieregeling die een belangrijke pijler vormt in de nieuwe wet werd wel kritisch tegen het licht gehouden.

Inleidend

De Omgevingswet, die al meerdere malen is uitgesteld, zal waarschijnlijk per 1 januari 2024 in werking treden. Deze wet wordt in het leven geroepen om de ontwikkeling en het beheer van de leefomgeving op lokaal niveau te bevorderen.

Waarom wordt de Omgevingswet ingevoerd?

De nieuwe wet dient twee doelen. Enerzijds beoogt het gebiedsontwikkeling te stimuleren door de besluitvormingsprocedures te versimpelen en versnellen. Anderzijds stuurt het aan op een betere samenwerking en coördinatie van het beleid op lokaal niveau waardoor belangenafwegingen beter kunnen worden gemaakt.

Wat verandert er?

De Omgevingswet vormt een vergaande vereenvoudiging van de huidige wetgeving door de bestaande regels voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water samen te bundelen in een enkele wet. Daarnaast wordt er voortaan gewerkt met één loket (het Omgevingsloket) voor alle aanvragen van vergunningen en meldingen en zullen de doorlooptijden van vergunningen en bestemmingsplannen worden verkort.

Tegelijkertijd vindt er een verschuiving plaats van bevoegdheden van het Rijk naar de lokale bestuurders. Omgevingsplannen en omgevingsvisies die zijn opgesteld door de gemeentes vormen hierbij de basis voor de lokale gebiedsontwikkeling. Ook krijgen gemeentes de volledige bevoegdheid bij het verlenen van vergunningen. Een belangrijke pijler in de nieuwe wet betreft de zogenoemde ‘participatie’.

Participatie

Participatie betekent dat er bij gebiedsontwikkeling overleg plaatsvindt tussen verschillende belanghebbenden. Dit kan gaan om omwonenden, bedrijven en organisaties. De resultaten van dit overleg kunnen meewegen in de besluitvormingsprocedure. Voor initiatiefnemers geldt in beginsel geen verplichting tot participatie. Ook is de vorm die wordt gegeven aan de participatie vrij naar keuze en zal het college moeten beoordelen of er voldoende aan participatie is gedaan. Voor plannen die buiten het door het gemeentebestuur opgestelde omgevingsplan vallen kan de gemeenteraad participatie verplicht stellen.

Is er werkelijk sprake van participatie?

Dit was een van de vragen die werd gesteld door enkele fracties tijdens de raadscommissievergadering. Op papier ziet het er prachtig uit, maar wanneer men het voorstel goed leest biedt de regeling weinig grond voor daadwerkelijke participatie, zoals de term wel doet vermoeden. Zaken als gedeeld eigendom of inhoudelijke inspraak vallen buiten de regeling. In de praktijk zou participatie dus veelal kunnen neerkomen op een eenzijdige informatieverstrekking over de plannen.

Wethouder Drenth begreep deze kritiek, maar stelde eveneens dat er ook niet te negatief gedacht moet worden over de participatie-regeling en dat deze wel degelijk een basis zal kunnen vormen voor meer maatschappelijk overleg en een groter maatschappelijk draagvlak bij de uitvoering van gebiedsontwikkeling.

Noodzaak van evaluatie

Een kleine aanmerking betrof het feit dat gemeenteraadsleden worden gevraagd een lijst met activiteiten te selecteren waarop het adviesrecht en de verplichte participatie van toepassing zal zijn. Verschillende raadsleden gaven aan dat het lastig is om hier op dit moment al keuzes in te maken omdat het nog onduidelijk is hoe de nieuwe wetgeving in praktijk zal uitpakken. Een jaar na de inwerkingtreding van de wet zal er een evaluatie plaatsvinden om te bepalen of de toepassing van het adviesrecht en de participatieverplichting goed aansluit bij de wensen van de raad en de praktijk van de aanvragen.

Behoud bestaande rolverdeling college en gemeenteraad

Over het algemeen blijft de rolverdeling tussen het college en de gemeenteraad ongewijzigd. De gemeenteraad stelt algemene kaders vast en monitort de uitvoering van het beleid en het college geeft uitvoering aan het beleid binnen de opgestelde kaders. Zo is het adviesrecht voor de gemeenteraad een vervanging van de huidige regeling waarin het college een ‘verklaring van geen bedenkingen’ nodig heeft voor sommige vergunningaanvragen. Bij de bepaling van activiteiten waarop het adviesrecht en de verplichte participatie van toepassing zullen zijn, wordt zoveel mogelijk vastgehouden aan de lijst van activiteiten die momenteel de verklaring van geen bedenkingen vereisen.

Meer informatie

Voor meer informatie over de Omgevingswet kunt u terecht op de website van Informatiepunt Leefomgeving (www.iplo.nl) en op de website van de gemeente Midden-Groningen (www.midden-groningen.nl). 

Tip voor de redactie?

Tip of nieuws voor onze redactie? Stuur dan een e-mail naar info@rtvmiddengroningen.nl