De organisatie ‘God’s Farmers’ is een inzamelingsactie gestart voor het achtergestelde bevolkingsdeel ‘Roma’ in Bulgarije. Vanuit deze bevolkingsgroep is een ‘noodkreet’ gekomen, dat gaat over fysieke goederen. De prijzen in Bulgarije zijn vergelijkbaar met de prijzen in Nederland, de inkomens van hen zijn echter nog geen 10% van wat we hier ‘gewend’ zijn.
Klaas Boer, van God’s Farmers, heeft deze noodkreet opgepakt: ‘We doen dit soort werk eigenlijk niet als stichting, daarom heb ik eerst rondgekeken of er nog andere organisaties zijn die dit doen, maar die waren er op dat moment helemaal niet.’ Veel organisaties bieden fysieke hulp aan Oekraïne, iets wat volgens Klaas erg begrijpelijk is, maar echter wel betekent dat de bevolkingsgroep Roma verstoken blijft van hulp.
De stichting is onlangs in Bulgarije geweest om de situatie met eigen ogen te kunnen bekijken, dit heeft een grote indruk gemaakt: ‘Bij mij komen bijna de tranen en breekt het hart, als ik daaraan denk. Mijn schoonvader had dertig jaar geleden een varkensstal die er toen nog beter uitzag, als dat de huizen er daar uitzien nu. Het is heel triest’, aldus Klaas.
De behoefte aan spullen ligt vooral op het gebied van kleding, babykleding, babyvoeding, maar ook het ‘reguliere’ eten. Daarnaast is er ook een nood aan hygiëne middelen. De stichting probeert nu dan ook zoveel mogelijk van deze spullen in te zamelen. Op de website https://www.godsfarmers.org/mission-trips/gods-farmers-in-bulgaria/ vindt u een lijst met de benodigde spullen. God’s Farmers in Siddeburen heeft een vrachtwegen geregeld die op één van de eerste dagen van augustus met de ingezamelde spullen verwacht aan te komen in Bulgarije. Er is een grote loods beschikbaar gesteld in het desbetreffende gebied, waar de spullen tijdelijk opgeslagen kunnen worden. Klaas en Nelly Boer gaan zelf, inclusief een aantal andere mensen, ook mee tijdens het brengen van de spullen.
Klaas hoopt er vooral op dat de nood geledigd wordt en dat er misschien gekeken kan worden naar een structurele vorm van hulp: ‘Als er mensen zijn met een hulpverleningshart die zeggen, ik wil er wel structureel iets mee doen, meld je dan maar bij mij’. Klaas legt uit dat het niet zijn vak is en dat hij dit voor de eerste keer doet. De noodhulp was echter zo dringend dat hij het tóch heeft opgepakt.