Motie aangenomen: aanpak verkeersdruk Zuidbroek

De gemeente moet een structurele oplossing vinden om de verkeersdruk in het centrum van Zuidbroek naar beneden te brengen. Daarvoor dienden Gemeentebelangen, de BBP, Lijst Jan Hulzebos en de SP tijdens het begrotingsdebat op 6 november een motie in die werd aangenomen met 22 stemmen voor. Het dossier is al jarenlang een probleem en duikt regelmatig weer op in de politiek, zeker dit jaar met de komst van de nieuwe fabriek van North Panels, waardoor verkeersbeweging fors zullen toenemen. Het probleem is dat oplossingen niet zomaar voor de hand liggen. Structurele lange termijn oplossingen vergen namelijk forse investeringen, zowel qua tijd als geld.

Toch vraagt de motie precies dit van het college. Eerder in maart werd ook al een motie aangenomen vanuit de BBP en Gemeentebelangen op precies hetzelfde onderwerp.

Verkeersonveiligheid

Op dit moment rijdt er veel vrachtverkeer, sluipverkeer en bestemmingsverkeer over de Kerkstraat, Spoorstraat en Stationsstraat. Dit leidt al langere tijd tot zorgen over veiligheid. De wegen worden namelijk ook gebruikt door inwoners, waaronder ouderen en kinderen. Tel daarbij op: de brug die regelmatig open gaat en de spoorwegovergang die regelmatig voor opstoppingen zorgt. Volgens de fracties gaan we ‘langzaam naar een dorpskern die op den duur onleefbaar wordt’, zeker met de komst van nieuwe fabriek van North Panels, die veel extra verkeersbewegingen teweeg zal brengen. De uitdaging is: het ontsluiten van het industrieterrein ten zuiden van het Winschotendiep. Daar kom je nu alleen via de Kerkstraat en/of Spoorstraat.

Korte termijn oplossingen om de verkeersveiligheid te verbeteren – zoals snelheidsmeters – hebben maar een tijdelijke en beperkte werking volgens het college. Wat er echt nodig is zijn nieuwe ontsluitingswegen. De beste optie? Een brug over het Winschotendiep vanaf de Gouden Driehoek. Maar hiervoor moet diep in de buidel getast worden en vele jaren vooruit gekeken worden, terwijl er behoefte is aan korte termijn oplossingen. Een andere mogelijke optie zou zijn: een route via de Transitieweg die via een spoorwegtunnel richting het industrieterrein loopt. Deze optie krijgt van diverse een sterke voorkeur, maar is eveneens uitdagend omdat de grond waarover de Transitieweg loopt niet in bezit is van de gemeente en Pro Rail en het Rijk gemoeid zijn met het spoor.

Tussentijdse oplossing

Het college wil voor nu een tussentijdse oplossing. Het college wil het verkeer omleiden via een andere nieuwe zuidelijke route. Het college kijkt hiervoor naar de Eendrachtsweg die het verkeer vanaf de N33, via de Oosterweg, om Muntendam zou leiden, naar de Tussenklappen en door naar Zuidbroek. Op deze manier zou de Kerkstraat worden ontzien. De gemeente schat in dat de verbreding van de Eendrachtsweg 2,1 miljoen euro zou kosten.

Gemeentebelangen is kritisch

Gemeentebelangen ziet niets in deze oplossing. De fractie verwacht alleen maar meer sluipverkeer door deze extra route en vindt dat De Tussenklappen niet geschikt is voor vrachtverkeer: aan de ene zijde water, aan de andere een berm met bomen. ‘Er zijn geen uitwijkmogelijkheden.’ ‘Je moet niet op de korte termijn 2,1 miljoen euro investeren in een weg langs De Tussenklappen. De oplossing moet zijn dat je kijkt naar een duurzame oplossing voor de toekomst.’

‘Wij willen eerst op korte termijn alle opties voor ons zien met de onderbouwing van wat het kost. Als blijkt dat de een brug 5 miljoen euro kost, dan zeg ik: dan hebben we al 2,1 miljoen euro. Wij denken dat een brug de beste optie is. Met een brug vanaf de A7 ontsluit je beide industriegebieden en heb je geen vrachtverkeer meer in de Kerkstraat, Spoorstraat en Stationsstraat. Daar gaat het om.’

Participatie nodig

Ook vindt de fractie dat de gemeente eerst in gesprek moet inwoners om te begrijpen wat zij belangrijk vinden. ‘Wij hebben nog geen enkele avond georganiseerd om de bevolking te informeren en als de inwoners wel deze tussenoplossing willen, wie zijn wij dan om het anders te doen. Doe eerst de participatie, organiseer avonden in het dorpshuis en vraag inwoners hoe zij erover denken.’